Dit artikel verscheen eerder op www.cultuurwerkt.nl
“We leven niet in een tijdperk van veranderingen, maar in een verandering van tijdperk” stelt hoogleraar transitiekunde Jan Rotmans. Veel organisaties bevinden zich op dit moment ook in dergelijke kantelfases. Nieuwe technologieën, een gewijzigde klantvraag en/of nieuwe arbeidsverhoudingen dienen zich aan. Hoe ga je hier als organisatie mee om? Wij adviseren om in plaats van veranderingen tegen te houden, creatief (mee) te bewegen. Hiervoor geven we je 6 verandertips:
Veranderen begint met ‘verzelven’ en dat begint met een goede organisatiemissie die zowel enthousiasmeert als kadert. Het gezamenlijk visueel maken van de organisatiemissie helpt medewerkers om zich ermee te kunnen vereenzelvigen. Op deze manier bezien en ondergaan medewerkers veranderingen vanuit zichzelf en voelen ze zich niet het lijdend voorwerp van de aanpassingen.
Veranderen vanuit je eigen missie betekent dat er meer aandacht is voor waar je naartoe wil in plaats van wat er op je afkomt. Mijn rij-instructeur leerde me bij het autorijden om ‘door de bocht te kijken’. Als je gaat kijken naar het verkeer dat op je afkomt, is de neiging om die kant op te sturen en je goede lijn te verliezen. Juist in een kantelfase van een organisatie is het belangrijk om niet overal op te reageren en de goede lijn te behouden.
Om te beslissen waar je wel of niet op reageert, is het van belang dat je het geheel overziet. Marjolijn Heemstra noemt dit in haar theatervoorstelling De Stadsastronaut het overzichtsperspectief. Dit ontstaat bij astronauten zodra ze vanuit de ruimte naar de aarde kijken. Als je je organisatie bekijkt als onderdeel van een groter geheel, kunnen er veranderingen plaatsvinden zonder dat het groter geheel verandert.
Veel organisaties werken volgens de principes van een gedirigeerd orkest in plaats van een improviserend jazz-ensemble. Organisaties schrijven gedetailleerde partituren waarin een plotselinge gebeurtenis de volledige uitvoering van het orkest kan verstoren. Een jazz-ensemble dat meester is in improviseren omarmt plotselinge gebeurtenissen en vanuit die lenigheid en wendbaarheid ontstaat vaak juist de magie.
Weten dat je er al improviserend uitkomt, geeft veel vertrouwen. Daarmee worden we meer onzekerheidsvaardig, zoals componist en kunstenaar Merlijn Twaalfhoven ons leert. Medewerkers hebben vaak weinig invloed en daarom is de onzekerheid over het eindresultaat van het werk vaak groter dan de invloed die je er op hebt.
In een ommuurde organisatie, waarin alle werk is voorgekauwd in partituren, je druk bent om op alle veranderingen te reageren en je weinig invloed hebt, is er weinig ruimte voor creativiteit. En juist deze creativiteit is van belang om tot nieuwe producten, oplossingen en nieuwe manieren van werken te komen. Genoeg ruimte voor creativiteit zorgt er zo voor dat het probleem van veranderingen onderdeel van de oplossing wordt.